Twee beleggingsadviseurs kregen berispingen opgelegd door de Tuchtcommissie van DSI omdat zij gedragsregels schonden. De (inmiddels ontslagen) adviseurs ondernamen op eigen initiatief transacties met geld van cliënten.
Ook wordt de adviseurs verweten dat zij de opdrachten van cliënten niet altijd vastlegden, ook al stelden de regels van de bank waarvoor de adviseurs werken dat wel verplicht.
De Tuchtcommissie oordeelde dat de klachten deels gegrond zijn. Uit de volledige uitspraak blijkt dat de adviseurs deels opereerden conform de beleidskaders van de bank. Het kan de adviseurs daarom persoonlijk niet kwalijk worden genomen dat zij opereerden zoals zij gedaan hebben, zo stelt de Tuchtcommissie.
Ook het feit dat de procedure twee jaar in beslag nam zorgde voor verzachtende omstandigheden waar het de sanctiemaat betreft.