Mijn DSI

Wat koopt de duurzame belegger: een betere wereld? Of goede nachtrust?

18/06/2025
Deel deze pagina

Sustainable finance is ‘hot’ – maar ‘goed doen’ blijkt in de praktijk complexer dan het lijkt. In deze rubriek nodigt DSI professionals uit om hun visie te delen op de spanningen, dilemma’s en ongeschreven regels in duurzame financiering. Elke maand publiceren we een nieuwe gastcolumn, geïnspireerd op het dialoogdocument Tussen de Regels. Wat valt je op? Wat schuurt er in de praktijk? En wat is er nodig voor échte verduurzaming in de sector?

Door Harald Walkate

Duurzaam beleggen heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Goed nieuws, zou je denken: kennelijk willen spaarders, beleggers en pensioenfondsdeelnemers bijdragen aan een betere wereld.

Maar tegelijkertijd dringt de vraag zich op wat de belegger hiermee bereikt. Bij velen zal de verwachting zijn dat het geld uit duurzame fondsen rechtstreeks vloeit naar bedrijven die goede dingen doen voor mens en planeet, en hun kapitaal deze bedrijven dus in staat stelt nóg meer goeds te doen. “Additionaliteit” heet dit in het jargon: het geld laat dingen gebeuren die anders niet zouden gebeuren. Er is een causaal verband tussen belegging en een betere wereld.

De realiteit is echter weerbarstiger, om verschillende redenen: (1) de meeste duurzame fondsen investeren vooral in beursgenoteerde ondernemingen, waarbij het geld uit het fonds niet naar de ondernemingen vloeit, maar naar de verkopers van de aandelen. (2) Veel oplossingen voor duurzaamheidsproblemen kunnen (nog) niet op commerciële basis worden toegepast, dus beursgenoteerde ondernemingen – die toch in de eerste plaats winst nastreven – kunnen deze oplossingen niet leveren. (3) Veel duurzaamheidsproblemen zijn ‘systemisch’ van aard; met andere woorden: het uitgangspunt dat duurzaamheid een optelsom is van burgers en bedrijven die allemaal een beetje duurzamer doen is onjuist – er zijn ‘systemische’ prikkels nodig om bepaald gedrag te ontmoedigen en ander gedrag aan te moedigen. Wie kan deze systemische prikkels creëren? Juist, de overheid.

Is het duurzame fonds dan de nieuwe woekerpolis – dat beloftes maakt die niet kunnen worden waargemaakt, tegen hoge kosten? Niet noodzakelijkerwijs. Want dit hangt geheel af van de verwachtingen van de consument die zijn of haar geld in een duurzaam fonds stopt.

Ruwweg kunnen er drie motivaties zijn:

(a) Goede nachtrust: “ik wil niet beleggen in ‘foute’ bedrijven: tabak, wapens, fossiel – ik begrijp ook wel dat hierdoor niet minder sigaretten worden gerookt of oorlogen worden gevoerd, en dat mijn rendement misschien wat lager is, maar ik wil aan deze activiteiten geen geld verdienen.”

(b) Rendement: “ik denk een beter rendement te kunnen genereren door in bedrijven te investeren die goed scoren op duurzaamheid.”

(c) Additionaliteit: “ik investeer omdat mijn geld duurzaamheidsoplossingen mogelijk maakt die anders niet mogelijk zouden zijn – mijn geld draagt bij aan een betere wereld.”

Kunnen deze wensen gehonoreerd worden? Een zeer kort-door-de-bocht antwoord op deze vraag op basis van wetenschappelijk onderzoek is: (a) – zeer goed; (b) – nee; (c) – in zeer beperkte mate.

En wat weten we eigenlijk over welke motivaties vooral spelen bij consumenten? Erg weinig; hoewel dit een belangrijke vraag is is dit eigenlijk nauwelijks wetenschappelijk onderzocht, noch is het een onderwerp dat financiële instellingen regelmatig met klanten bespreken.

En dit is waarom het “Tussen de regels” initiatief van DSI zo belangrijk is en waarom de titel van het discussiedocument zo goed gekozen is: om te weten of de consument krijgt wat hij/zij koopt, moeten we eerst vaststellen wat de consument denkt te kopen – is het (a), (b) of is het (c)? Met andere woorden, de financiële instelling moet tussen de regels lezen; het is niet voldoende vast te stellen dat de consument ‘duurzaam wil beleggen’ – het moet vaststellen wat de consument daarmee denkt te bereiken.

En wat de titel nóg beter maakt is dat er al allerlei regels rond duurzaamheid zijn waar de financiële instellingen aan moeten voldoen; bijvoorbeeld de Europese Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) aan de hand waarvan fondsen op duurzaamheidsniveau geclassificeerd kunnen worden. De financiële instellingen zijn letterlijk omringd door regels.

Maar laten deze regels nou net niks zeggen over de mate waarin fondsen al dan niet beantwoorden aan de motivaties (a), (b) of (c). Financiële instellingen zouden dit moeten weten, en dus reden te meer om met extra veel zorg na te gaan wat consumenten denken te kopen: een hoger rendement? Een goede nachtrust? Of … een betere wereld?

Goed dat DSI deze “Tussen de regels” discussie aanzwengelt; mits juist ingestoken kan ons spaargeld immers een grote bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen, maar daarvoor is wel een eerlijk gesprek nodig over wat beleggers precies motiveert, wat de voors en tegens zijn van specifieke beleggingen, en wanneer geld echt het verschil kan maken.

Over de auteur

Harald Walkate is adviseur op het gebied van sustainable finance, impact investment en blended finance bij Route17. Hij is ook als senior advisor verbonden aan de London School of Economics – Blended Finance Lab en als senior fellow aan het Center for Sustainable Finance & Private Wealth van de Universiteit Zürich. Harald combineert strategisch inzicht met diepgaande kennis van impactinvesteringen, SDG-financiering en klimaatthema’s. Eerder werkte hij onder meer in corporate strategy, business development en duurzaamheid bij grote financiële instellingen, en begon zijn loopbaan als advocaat. Daarnaast is hij actief als jazzpianist en componist.

 

Tags

#Culumn
#DSIInspireert
#SustainableFinance
#TussendeRegels