Mijn DSI

George Möller & Floris Mreijen over DSI

De oprichter van DSI in gesprek met de nieuwe directeur van DSI

DSI heeft als kerntaak om samen met de sector te zorgen voor meer vertrouwen van de samenleving in de beleggingssector. Een kerntaak die ook de basis was voor de oprichting van DSI in 1999. Er zijn opvallende overeenkomsten maar ook grote verschillen tussen nu en toen. Floris Mreijen (vanaf 1 april 2022 algemeen directeur van DSI) bespreekt deze samen met George Möller (de oprichter van DSI) en bekijkt de toekomst van de stichting ten aanzien van de ontwikkelingen in de sector.

Door de beursfraudezaak in 1997 werd duidelijk dat het slecht gesteld was met de reputatie van de beleggingssector (onder de naam Operatie Clickfonds vond een grootschalig  onderzoek van justitie plaats naar fraude op de effectenbeurs van Amsterdam.) “Het werd gezien als een plaats waar men straffeloos kon aanrommelen. Onzin natuurlijk, maar er moest wel iets veranderen”, geeft Möller aan. “In Engeland was in de jaren ’90 iedere beleggingsadviseur met klantcontact geregistreerd bij de toezichthouder. In Nederland kende men zo’n model niet. Iedereen kon in principe aan het werk als beleggingsadviseur. Als je in Nederland werd ontslagen door misdragingen of gebrek aan professionaliteit was het geheugen van de markt heel kort.”

‘Je moet regulering hebben, maar het ontslaat jou niet om eigen verantwoordelijkheid te nemen.’

Overkoepelende organisatie noodzakelijk

Als president-directeur van Amsterdam Exchanges (AEX) bedacht hij het plan om vanuit de financiële sector zelf een onafhankelijke instantie op te richten die door certificeringen en tuchtrecht meer grip kreeg op beleggingsadviseurs en de kwaliteit van de dienstverlening omhoog zou brengen. 

Er was in eerste instantie veel tegenstand tegen het plan. De financiële ondernemingen moesten dit probleem maar zelf oplossen, was de algemene redenatie. En ook de toenmalige toezichthouders liepen niet direct warm voor het plan. Möller was van mening dat een financiële instelling de zaken niet zelf op een hoger plan zouden brengen. “Werkgevers hebben een ander belang. Je moet een overkoepelende instantie hebben die toezicht houdt. Die verder geen ander belang heeft.” Mede door enige druk vanuit de politiek, die de maatschappelijke onrust over de beleggingsindustrie aanvoelde, besloot de financiële sector toch in actie te komen en werd het plan van Möller omarmt.

DSI werd op 15 april 1999 opgericht. “Onze stichting is een echt Nederlandse oplossing”, vult Mreijen aan. “Alleen in Nederland en later Zweden is er door de sector zelf een organisatie vanuit zelfregulering opgericht. Een waardevol model waar de sector naar mijn idee ook nu nog meer uit zou kunnen halen.”

'Je moet zorgen dat duidelijk is wat regelgeving betekent in de praktijk.'

DSI heeft op dit moment ongeveer 5.500 gecertificeerden. Op basis van de ESMA-richtsnoeren zijn er echter veel meer professionals werkzaam in de sector die voldoen aan de voorwaarden om zich te registreren bij DSI. Waarom gebeurt dit dan niet? Mreijen: “Sommige organisaties in de sector kiezen er op dit moment bewust voor om de mensen niet te certificeren en de vakbekwaamheid en integriteit van hun professionals intern te organiseren. Wij willen met DSI de financiële sector echt kunnen ontzorgen op dit gebied dus daar ligt voor DSI en voor mij een belangrijke uitdaging de komende periode.”

In gesprek met de sector

Mreijen wil het gesprek aan met de sector over de vorm waarin de zelfregulering voor hen het beste kan werken. Het belang voor een betrouwbare sector moet toch voor iedere onderneming en professional centraal staan. Hoe meer partijen het collectieve belang dragen, hoe beter dit is voor de sector.

Na de reorganisatie van het afgelopen jaar gaat DSI zich de komende periode allereerst richten op het ontzorgen van de financiële sector met betrekking tot het vastleggen van de vakkennis van werknemers. “Waarom zou je als deelnemer van DSI de registratie van deze vakbekwaamheid zelf gaan regelen als je daar als sector een eigen organisatie voor hebt opgericht?” Daarnaast gaat DSI zich richten op het op een hoger niveau brengen van integriteit en vakbekwaamheid van de professional. 

Moresprudentie

Waar het collectieve doel bij de start ook sterk gericht was op het voorkomen van de reputatieschade zal het DSI van de toekomst zich meer willen richten op het zijn van een partner voor de werkgever en professional. Samenwerking staat hierin centraal. “De financiële sector is vrij abstract.”, aldus Möller. “Je moet zorgen dat er altijd mensen zijn die aangeven wat regelgeving betekent in de praktijk. Het helpen ontwikkelen van je eigen morele kompas. Dat is de rol van DSI. Je moet als professional die morele transitie blijven maken, bijvoorbeeld door te leren van uitspraken die er gedaan worden door het tuchtrecht en door dilemma’s te delen.” 

“We noemen het ook wel moresprudentie”, vult Mreijen aan, “waarbij DSI tussen de sector in kan staan als moreel kennisinstituut.” 

Over de toekomst van DSI is Möller duidelijk: “De noodzaak van een organisatie als DSI zal blijven. Door nieuwe ontwikkelingen ontstaan altijd ook nieuwe affaires. Kijk naar het fenomeen greenwashing. Doordat er nog onvoldoende normering en regulering geldt op het gebied van duurzaam beleggen, gaan bedrijven de randen opzoeken. Een onafhankelijk instituut zoals DSI heeft alles in huis om hier een sturende rol in vervullen.”

Nieuwsgierig naar andere interviews in het DSI Jaarverslag 2021?

Wet toekomst pensioenen: de grootste hervorming van het pensioenstelsel in Nederland ooit.

Theo Nijman
Onderzoeksdirecteur Netspar

Lees meer
DSI is een zeer welkome goedkeuring van je kennis, ervaring en mentaliteit” 

Caja de Groot
Chief Operational Officer Auréus Group

Lees meer
‘Een voorwaarde om te mogen werken in de financiële sector is vakbekwaamheid, de manier waar op je werkt is integriteit.’

Jan Willem Nieuwenhuys
Medeoprichter en Directeur Fair Capital Partners

Lees meer

Download het DSI Jaarverslag 2021